De exporteur moet een kopie van de invoervergunning van de importeur in Marokko kunnen overleggen. In de invoervergunning staan fytosanitaire eisen beschreven. Lees deze invoervergunning goed door en vergelijk deze met de eisen zoals beschreven in de landeneis sierteelt Marokko op de website van de NVWA. Wijkt de informatie in de invoervergunning af van die in de landeneis sierteelt Marokko, dan vraagt u een Instructie voor invoervergunning (IVI) aan. Het aanvragen van een IVI doet u bij de NVWA. In diverse invoervergunningen staat onder andere dat er getoetst moet worden op Phytophthora rubi en een aantal virussen. Er is dan dus geen andere manier waarop aan de eis kan worden voldaan. Afwijkende eisen zijn mogelijk, zie hiervoor Exportinspectie.
Om alle monsternames en toetsingen op het juiste moment te kunnen uitvoeren, hebben we van u tijdig een overzicht (planning) nodig van de te verwachten monsternames. Sommige onderzoeken hebben namelijk een lange onderzoekstijd. Daarbij heeft het Laboratorium Naktuinbouw niet de capaciteit om alle toetsingen in enkele weken uit te kunnen voeren.
Planningsformulieren:
Stuur deze planning naar Planning FZI.
Monstername kan en mag uitsluitend een keurmeester doen. Planningsformulieren voor bemonstering mailt u volledig ingevuld naar Planning FZI.
Denk eraan dat naast Phytophthora rubi er ook op virussen onderzocht moet worden. Welke virussen hangt af van de status van uw materiaal (twee of zes virussen).
Als het gaat om gecertificeerd materiaal, dan moet er naast de voorwaarden voor certificering, ook onderzocht worden op Tomato ringspot virus en Tomato spotted wilt virus. Gaat het om CAC-materiaal, dan moet onderzocht worden op Arabis mosaic virus, Cherry leafroll virus, Raspberry ringspot virus, Strawberry latent ringspot virus, Tomato ringspot virus en Tomato spotted wilt virus.
Na afronding van de onderzoeken krijgt u van elk onderzoek een aparte uitslagbrief.
Het is voor planten herkomst Nederland niet meer nodig om deze te laten toetsen op Xylella fastidiosa. Op het fytosanitair certificaat volstaat de bijschrijving dat Nederland vrij is van deze bacterie. Verder dient er een behandeling met een breedwerkend insecticide vermeld te worden.
Tijdens de exportinspectie overlegt u:
Als er materiaal getoetst is en dit is vrij bevonden van de genoemde virussen, dan kan dit op het fytosanitair certificaat worden bijgeschreven. e-CertNL doet dit automatisch als dit door het land wordt geëist. Let op, u moet zelf in e-CertNL aangeven aan welke eisen het materiaal voldoet, de bijbehorende tekst wordt dan op het fytosanitair certificaat getoond. Ingeval van afwijkende eisen zoals extra monsternames, kiest u in e-CertNL het IVI-nummer wat u van de NVWA heeft gekregen.
Is het materiaal afkomstig uit een andere EU-lidstaat, dan moet dat land de fytosanitaire status verklaren. Dit kan door het afgeven van een pre-export certificaat met daarop de fytosanitaire status ten aanzien van Xylella fastidiosa. Is het materiaal afkomstig uit een derde land dan moet de fytosanitaire status blijken uit het fytosanitaire certificaat.
Blijkt dat er bij aankomst van het materiaal in Marokko toch problemen zijn, dan neemt u contact op met de vertegenwoordiger van de landbouwraad.
De Nederlandse landbouwraad in Marokko helpt u graag verder.