Dan moet u een aantal zaken regelen en moet uw product aan bepaalde eisen (die de EU stelt) voldoen. Hieronder lichten we een aantal zaken toe die van belang zijn bij het importeren van plantaardig materiaal.
Ook kunt u hier veel NVWA-documenten raadplegen.
Importeurs kunnen zich laten registreren bij de NVWA.
Het kan daarbij belangrijk zijn om een Kamer van Koophandel-nummer bij de hand te houden. Na registratie door de NVWA kan Naktuinbouw over uw gegevens beschikken. Wanneer er gekozen wordt voor het uitvoeren van een importinspectie op eigen locatie, dan moet een erkenning van de importlocatie worden aangevraagd. Een erkende importlocatie kan aan een geregistreerde importeur worden gekoppeld. De importeur wordt dan inspectielocatiehouder. Deze locatie moet ook worden opgenomen in de Douanevergunning van de aangever die voor u de importaangiften bij de Douane doet.
Als u alleen importeert, dan hoeft u zelf niet geregistreerd te zijn bij Naktuinbouw. Uw aangever is de opdrachtgever tot de importinspectie en ontvangt van ons de facturen voor de importinspectie. Uw aangever dient uiteraard wel geregistreerd te zijn bij Naktuinbouw
Het streven was dat Nederland vanaf 1 juli 2022 elektronische fytosanitaire certificaten voor snijbloemen en Gr&Fr zou gaan uitwisselen met het Verenigd Koninkrijk (VK). De NVWA en de keuringsdiensten zijn druk bezig om deze aanpassing van het certificeringsproces in te regelen. De aanpassingen voor het ontvangen van digitale fytosanitaire importcertificaten wordt hierin ook meegenomen. Vanaf 1-7-2022 zou Nederland dan klaar voor elektronische uitwisseling van fytosanitaire certificaten. Nu VK de wijzigingen van 1-7-2022 heeft uitgesteld is het nog niet duidelijk welke gevolgen dat heeft voor de totale implementatie van elektronisch certificeren. Gaat dit proces door of wordt dit ook verplaatst?
Hieronder de veranderingen die zullen plaatsvinden als gevolg van elektronisch certificeren.
Sommige derde landen gebruiken nu al elektronische certificaten voor zendingen naar de EU. Indien een land toestemming heeft van de EU, dan kunnen onze keurmeesters dit certificaat digitaal oproepen in ons systeem. De aangever kan in zijn CLIENT import aangifte het digitale fytosanitaire certificaat aan de aangifte koppelen op basis van het nummer, datum en jaar van afgifte en het land van afgifte. Er is dan geen papieren certificaat meer nodig bij de zending. De verdere afhandeling van de inspectie verandert niet. De afhandeling van het kopie conform maken van het elektronische certificaat staat hieronder bij re-export beschreven.
Dit certificaat kunt u omruilen voor een nieuw certificaat. Maak op gebruikelijke wijze een nieuw (juist) certificaat op en vraag een inspectie aan. Geef tijdens de inspectie het oude foutieve certificaat en het nieuwe certificaat aan de keurmeester. De keurmeester neemt het oude in en waarmerkt het nieuwe. Let wel op de geldigheid van een certificaat.
Nee, deze ontvangt u niet. De documenten die u gewend was te ontvangen zijn ingeruild voor één goedkeuringsbrief. Alleen als uw fytosanitair certificaat niet in e-CertNL is aangevraagd, ontvangt u nog een gestempeld sjabloon.
Ja, wij proberen zoveel mogelijk deze situatie te voorkomen en met u samen te werken zonder uw aanvraag af te keuren. Mocht dit echter wel het geval zijn, moet u uw aanvraag opnieuw doen.
Nee, dat kan niet. Voor elk certificaat moet u een aparte aanvraag indienen.
U kunt zelf uw reden specificeren in het vrije tekstveld. Als het voor ons niet duidelijk is, nemen we contact op met u.
Let op, alleen een plantenpaspoort autoriseren is niet voldoende. Lees: Wat is een plantenpaspoortautorisatie? voor alle voorwaarden.
Voor het zelf aanbrengen van een plantenpaspoort kan Naktuinbouw u autoriseren. Vul het formulier Bedrijfsautorisatie plantenpaspoort digitaal in en stuur het ons per e-mail toe. Zorg ervoor dat u de juiste voorbeelden van de gebruikte plantenpaspoort uitingen (bv. hoes, steeketiket, etc.) als bijlagen meestuurt. Dit mag een foto zijn van de vorm waarin u het plantenpaspoort gaat gebruiken. Zorg ervoor dat deze duidelijk in beeld zijn. Zo kunnen wij de gegevens van het plantenpaspoort controleren. Ook moet het duidelijk zijn op welke producten u het plantenpaspoort gaat gebruiken. Bijvoorbeeld een foto van het steeketiket, tray of hoes.
Gebruikt u plantenpaspoorten die hetzelfde zijn, maar is alleen de botanische naam (bij A) anders? U hoeft dan niet elke naam aan ons voor te leggen. Controleert u dan zelf of de naam die u wilt gaan gebruiken juist is. Hiervoor gebruikt u de database Searchplant.
U wordt door Naktuinbouw geautoriseerd na het doorlopen van de volgende stappen :
Voor het volledig invullen van de autorisatie is ook het fytosanitair registratienummer en het Naktuinbouw relatienummer nodig. Zorg er dus voor dat u deze klaar hebt liggen.
Nee, dat is iets wat internationaal geregeld moet worden en iets dat langere tijd in beslag zal nemen. Staat volledig los van dit traject van e-phyto.
Zie hiervoor de website van de NVWA.
Een elektronisch certificaat is een gegevensbestand (bijvoorbeeld in XML) dat fytosanitaire garanties van een bepaalde zending planten of plantaardige producten bevat. Dit gebeurt volgens internationale normen die betrekking hebben op:
Een pdf (van een papieren certificaat) is geen elektronisch certificaat, we spreken dan van een gedigitaliseerd certificaat.
De Europese Commissie heeft de verzekering gegeven dat certificaten beschikbaar blijven, ook als het certificaat na tien jaar nog nodig is. Ook nationaal wordt onderzocht hoe we certificaten - waarvoor dat nodig is - lange tijd beschikbaar kunnen houden. Bijvoorbeeld op basis van labeling van productsoort, waarbij certificaten van bijvoorbeeld hout of zaaizaden een langere bewaartermijn krijgen dan snijbloemen.
Een e-phyto kan in een leesbare vorm worden weergegeven om te worden afgedrukt. Zo’n afdruk is echter pas een geldig certificaat als deze is voorzien van een waarmerkstempel en handtekening van een bevoegd fytosanitair inspecteur. Tijdens de importinspectie kan de keurmeester het elektronische fytosanitaire certificaat controleren.
Ieder land kan op zijn eigen wijze leesbare afdrukken van elektronische certificaten maken, maar deze moeten altijd voldoen aan de internationale normen, met een vastgestelde volgorde van de verschillende tekstvakken.
De afdruk van het elektronische certificaat in Nederland is de weergave uit ons nationale systeem. De afdruk ziet er anders uit dan bijvoorbeeld een pdf uit Traces NT of een pdf uit het land van export. Echter, al deze (licht) verschillende weergaven moeten allemaal voldoen aan de internationale standaarden.
Nee, dat gaat gefaseerd. In de overgangsperiode lopen er dus enige tijd twee processen naast elkaar. De huidige papieren en de elektronische. Dat is helaas niet te voorkomen. Elektronische fytosanitaire certificaten vervangen papieren certificaten. Landen kunnen er dus voor kiezen om alleen nog elektronische certificaten te versturen naar landen die dat accepteren.
De NVWA en de keuringsdiensten stellen noodprocedures op in geval van storingen.
Dit is aan DEFRA hoe ze dit inregelen.
Het elektronische certificaat wordt rechtstreeks verzonden naar de fytosanitaire autoriteiten van het VK. Het ligt voor de hand dat de importeur in het VK wel bepaalde gegevens van het Nederlandse elektronische certificaat moet opgeven in zijn aangifte in het systeem van de fytosanitaire autoriteiten zodat het juiste certificaat bij de (aangifte van) de juiste zending terecht komt. Een Nederlandse exporteur moet dus de gegevens van het elektronische certificaat zenden aan de importeur in het VK.
Op basis van een aantal kenmerken kan/moet de aangever in CLIENT import de aangifte koppelen aan het elektronische certificaat. TRACES is voor ons helemaal geen partij. De gegevens uit CLIENT import gaan automatisch naar TRACES (TNT) toe. Wij doen in Nederland niets in TNT zelf. Ook een CHED is voor import in Nederland niet van toepassing dat is alleen aan de orde als het via een andere EU-lidstaat binnenkomt.
Nee, dat hele proces zijn we nu aan het inregelen. Als het voor één land kan, kan het ook voor alle andere landen. Het is dan dus een kwestie van 'de knop omzetten'.
Nederland heeft in de meeste landen een landbouwraad zitten. Zij kunnen u waarschijnlijk verder helpen.
In sommige gevallen kan dit voldoen. Zie website NVWA.
Let op! Als er sprake is van inspectieplicht, dan moet er altijd inspectie plaatsvinden. Enige uitzondering is producten die vallen onder reduced checks. Het gaat dan om import van snijbloemen uit bepaalde bestemmingen. Als het gaat om producten waarvoor vanaf 14 december 2019 een fytosanitair certificaat verplicht is zonder bijzondere eisen zijn er twee opties:
Het fytosanitair certificaat bewaart u minimaal drie jaar in uw administratie. U hoeft het document dus niet in te sturen naar de keuringsdienst. De NVWA kan komen controleren of u aan de bewaarplicht voldoet.
Nee, als een zending is vastgelegd mag u niet over de zending beschikken. Is de zending vastgelegd omdat er uitsluitend een (juist ingevuld) kopie van het fytosanitair certificaat afwezig was bestaat wel de mogelijkheid een vrijgave op kopie aan te vragen Onder bepaalde voorwaarden krijgt u dan toestemming om wel over de zending te kunnen beschikken.
Naktuinbouw kan het fytosanitair certificaat in dit soort gevallen aan u teruggeven om een nieuw juist fytosanitair certificaat aan te vragen.
Allereerst controleert u of er sprake is van inspectieplicht. Gebruik hiervoor het register Certificaat- en inspectieplichtige producten bij import (NVWA).
Komt uw product voor in dit register, dan meldt u uw product aan in CLIENT Import.
In de loop van 2020 wordt voor deze producten 1% van de zendingen geïnspecteerd. Er wordt dan gecontroleerd of het fytosanitair certificaat aanwezig is en of er geen schadelijke organismen aanwezig zijn. Het fytosanitair certificaat wordt door de keurmeester ingenomen, maar u kunt de keurmeester vragen om een copy-conform ten behoeve van re-export.
CLIENT Import is een softwarepakket wat veelal gekoppeld is aan een douane aangiftesysteem. Er is geen webapplicatie van. Er zijn softwareleveranciers die u kunnen helpen een oplossing te vinden voor uw bedrijf. Aangifte via CLIENT Import (NVWA).
Als de zending is goedgekeurd, komt er automatisch een digitale inklaringscode (P2-code) naar de aangever toe. Als dat niet het geval is, kunt u contact opnemen met de planning. Zij kunnen nakijken wat de mogelijke oorzaak is dat de code niet verstuurd is.
Kopieer de aanvraag van het te vervangen certificaat. Voer eventueel de wijzigingen door, sla die op en open op tabblad ‘documenten’ keuzevelden. Voer hier het certificaatnummer en de waarmerkdatum van het te vervangen certificaat in.
Ja. U kunt in ieder geval tot 31 december 2020 onder de huidige voorwaarden gebruikmaken van uw erkende inspectielocatie.
Voor het verleggen van zendingen binnen Nederland verandert er voorlopig niets aan de werkwijze. Op ICT-gebied is er wel een aanpassing. Uw aanvraag in CLIENT Import wordt doorgestuurd naar TRACES. Dit gaat automatisch en hier merkt u niets van
De zendingen waarvan de inspectie verlegd wordt naar een andere lidstaat moeten voorzien zijn van een Europees fytosanitair vervoersdocument (M99-formulier). Een zending vanuit een andere lidstaat ontvangt u met een Europees fytosanitair vervoersdocument of een CHEDD. In de andere lidstaat wordt in ieder geval een document- en overeenstemmingscontrole gedaan. Dat is vergelijkbaar met de huidige document- en omvangscontrole (= identiteitscontrole). Aanvullend doet u in Nederland een aanvraag in CLIENT Import voor een materieelonderzoek ofwel een fysieke inspectie. Natuurlijk is het ook mogelijk dat alle controles in de andere lidstaat worden gedaan. Met het Europees fytosanitair vervoersdocument of de CHEDD kunt u dan aangifte doen bij de Douane.
Naktuinbouw zal de aanvraag afkeuren en de kosten voor het eventuele inspectiebezoek in rekening brengen. De aangever dient een nieuwe en juiste aangifte te maken voor de goede locatie zodat de NVWA op de hoogte is.
De formats van de paspoorten vloeien voort uit uitvoeringsverordening 2017/2313/EU.
De gepresenteerde formats zijn voorbeelden waaraan een plantenpaspoort moet voldoen. In deel A van de bijlagen van 2017/2313/EU staan voorbeelden van gewone plantenpaspoorten. De geest van de wet is dat de paspoorten de informatie bevatten die in de verordening wordt vermeld en dat paspoorten in de praktijk bij deze lay-outs aansluiten.
Dit zijn de vaste elementen op het plantenpaspoort:
• in de linkerbovenhoek: de EU-vlag (in kleur of zwart-wit)
• in de rechterbovenhoek: het woord Plant Passport
• 'A' + botanische naam
• 'B' + ISO-code lidstaat, koppelteken, fytosanitair registratienummer
• 'C' + traceerbaarheidscode
• 'D' + ISO-code land van oorsprong/productie, ook als dit Nederland is.
In verordening 2017/2313/EU zijn de vormvoorschriften voor het plantenpaspoort aangegeven met een aantal voorbeelden. De vorm en grootte mogen afwijken, u kunt dus zelf kiezen voor lettertype en grootte. Wat verder van belang is: de informatie moet zichtbaar zijn, met blote oog leesbaar, geplaatst in rechthoekige of vierkante vorm, gescheiden van andere aanduidingen en afbeeldingen. De onderdelen met letters A, B , C en D moeten herkenbaar zijn.
Hiervoor verwijzen we u naar het verordening 2017/2313/EU.
Citaat: The flag of the Union may be printed in colour, or in black and white, either with white stars on black background or vice versa.
Het belangrijkst is de vlag van de EU.
De vlag van de EU moet duidelijk herkenbaar zijn. Dit wil zeggen; een rechthoekige vorm met 12 sterren geplaatst in een cirkel. Het heeft de voorkeur de vlag af te beelden in blauw met gele sterren. Andere variaties zijn echter ook mogelijk. Bijvoorbeeld:
De tekst op het plantenpaspoort moet duidelijk leesbaar zijn. Er is hierover geen kleur voorgeschreven.
Botanische namen kunnen bestaan uit 1 deel (geslacht), 2 delen (geslacht + soort) of 3 delen (geslacht + soort + cultivar).
Verordening 2017/2313/EU spreekt over 'botanische naam van de plantensoorten of taxa...' en facultatief de naam van de variëteit.
De botanische naam bij de letter A op het plantenpaspoort van een individuele plant is minimaal op geslachtsniveau, maar mag met de soort en ook cultivar/variëteit worden uitgebreid.
Zorg dat u de juiste botanische naam gebruikt. Hiervoor gebruikt u de database Searchplant.
We kennen als producten zogenaamde 'arrangementen'; bijvoorbeeld bakjes met meerdere plantengeslachten, ‘hanging baskets’ etc. In die gevallen mogen er op één plantenpaspoort meerdere geslachtsnamen vermeld worden. Het plantenpaspoort is dan op die bak, of aan die basket is bevestigd.
We kennen als producten ook zogenaamde 'mixen'. Bijvoorbeeld een tray met gemengde cactussen of orchideeën. In die gevallen mag de familienaam (bijvoorbeeld Cactaceae of Orchidaceae) gebruikt worden, in plaats van alle geslachten te noemen. Let wel: niet alle lidstaten accepteren deze werkwijze. Informeer altijd bij uw klant of dit wordt geaccepteerd.
Als in een handelseenheid meerdere geslachten aanwezig zijn, mogen ook meerdere familienamen gebruikt worden op het plantenpaspoort. Denk bijvoorbeeld aan een handelseenheid met cactussen en succulenten, die bestaat uit geslachten behorend tot de Cactaceae, Crassulaceae en Euphorbiaceae. Er moeten dan ook werkelijk planten behorend tot de genoemde families in de handelseenheid aanwezig zijn. Let wel: ook hier geldt dat sommige lidstaten slechts één botanische naam per plantenpaspoort toestaan. Informeer altijd bij uw klant of dit wordt geaccepteerd.
Bij producten die geënt zijn, gebruikt u de botanische naam van het bovenste deel. Ook als het onderste deel een andere botanische naam heeft.
Ja dit mag onder de volgende voorwaarden: